Massagetechnieken

Massagetechnieken

Massagetechnieken

 

De verschillende massagetechnieken en grepen uit de Zweedse massage

Contact maken

De klassieke (Zweedse) massage bestaat uit vijf handgrepen: effleurerenpetrisserenfrictionerenvibreren en tapoteren. De massagetechnieken die ik gebruik, zijn een combinatie van de Zweedse en Californische massage. Het is een combinatie van stevige en zachte lichamelijke technieken, waarbij met de bloedbanen mee wordt gemasseerd. Er wordt op de blote huid gemasseerd en om het glijden te vergemakkelijken gebruik gemaakt van een basisolie gemengd met etherische oliën als glijmiddel.

Uitvoering:

Zelf begin ik altijd eerst met contact maken, wat strijken en wiegen. Ik sta aan het voeteinde van de klant, die meestal eerst op zijn buik ligt. Met beide handen neem ik de voeten vast en voel de energie. Dit is ook het moment waarop ik mezelf en de klant ga aarden zodat we beiden gegrond zijn en mekaars energie en/of emoties niet overnemen of doorgeven. Op deze manier is er al een verbinding tussen de massee (diegene die gemasseerd wordt) en de masseur, voelt de klant contact en is er gewenning. De klant kan beginnen loslaten...
Vervolgens, terwijl de klant nog bedekt ligt met een massagehandoek ga ik strijkingen geven: een paar keren strijken van hoofd tot voeten. Deze strijkingen kunnen al een zinderend gevoel geven in het lichaam, het prikkelt het lichaam en de neergaande beweging van vingers en handen geeft de klant het gevoel van loslaten, neerzakken... Daarna leg ik mijn handen op het sacrum en bovenkant van je rug om verder aan elkaar te wennen. In vele gevallen is dit ook een moment waarbij spanning die overal in het lichaam (onbewust) aanwezig is, los wordt gelaten. Vanuit dit contact wordt de klant heel zachtjes heen en weer gewiegd. Dat geeft ook een heerlijk ontspannen gevoel. Je weet wel dat baby's in slaap vallen als ze gewiegd worden...

Doel:

  • een eerste contact met het lichaam van de klant
  • aarden en gronden, zowel de masseur / masseuse als de persoon die gemasseerd wordt
  • om het lichaam vertrouwd te maken met de aanrakingen
  • de klant wordt op deze manier uitgenodig alles los te laten en te zakken in zijn / haar eigen lichaam
  • begin van ontspanning

 

Intermitterend drukken

De eerste massagetechniek die ik dan toepas wanneer de massee op de tafel ligt is het intermitterend drukken.

Uitvoering:

Er zijn diverse technieken mogelijk. Zo kunnen bijvoorbeeld de beide handen een spierweefsel (bijna) geheel omsluiten, vingers zijn aangesloten. In een rustig tempo wordt er gelijkmatige druk uitgeoefend, dan wat druk opbouwen, vasthouden en drukafname. Zonder dat het contact met de huid wordt verbroken de handen een stukje hoger verplaatsen en herhalen op een ander plaats van het lichaam. Elke serie handzettingen gebeurt van perifeer naar centraal of anders gezegd van ver weg van het hart naar dichterbij het hart.
De bewegingen traag uitvoeren en controleren of het ontspannend werkt. Bij een te snel tempo en te krachtige druk wordt namelijk geen ontspanning opgewekt. Integendeel, zo wordt een verhoogde spanning opgebouwd. Dit wordt wel gedaan bij sporters voor zij moeten presteren maar aangezien ik een ontspanningsmassage wil geven doe ik dit niet.
Een andere manier is de spiermassa eerst door de vingers en duimen van de onderlaag heffen, waarna met de gehele hand een aanzwellende druk wordt gegeven.

Doel:

  • als voortonisering, om de basistonus van de spieren aan te voelen
  • als verkenning van het weefsel en spieren
  • om het lichaam vertrouwd te maken met de aanrakingen
  • als gewenning voor de klant
  • als kalmering

 

Effleurages

Deze massagetechnieken worden ook strijkingen genoemd. Het zijn lichte, zachte bewegingen.

Uitvoering:

Er worden grote, gelijkmatige, langgerekte, strijkbewegingen gemaakt in de richting van het hart over het geheel te behandelen lichaamsdeel. Bij de heenwaartse beweging wordt er druk gegeven en bij het terugkeren in tegenovergestelde richting glijden de handen zonder druk naar beneden. Bij het strijken wordt er zoveel mogelijk met de volledige handpalm contact gehouden. De druk bij effleurages is zeker in het begin van de massage nog oppervlakkig omdat de spieren eerst opgewarmd moeten worden. Deze zachte effleurages helpen om de massageolie op de huid aan te brengen. De olie zal er voor zorgen dat de daarop volgende massagegrepen soepel en glijden kunnen uitgevoerd worden. Bij de stevige effleurages vervolgens wordt er dieper ingewerkt op de onderliggende spieren.

De bewegingen gebeuren in de richting naar het hart. Dit stimuleert de bloedsomloop. Aderen, die naar het hart voeren, lopen namelijk meer aan de oppervlakte dan de van het hart af lopende slagaderen. Effleurages kan je uitvoeren met één hand, twee handen, in lengterichting, dwarsrichting of circulair.

Doel:

  • Via grote strijkingen laten we het lichaam gewoon worden aan de aanrakingen. Als masseur krijg je op deze manier ook voeling met het lichaam van de gemasseerde zodat je er beter op kunt inspelen.
  • Ze stimuleren de bloedsomloop. Omdat het weefsel van vers bloed wordt voorzien, ontvangt het extra zuurstof en voedingsstoffen.
  • De strijkingen evacueren de afvalstoffen.
  • De circulatie in de lymfevaten wordt gestimuleerd.
  • Het geeft een weldadige ontspanning en verminderd de pijn.

 

Petrissages

Deze handgrepen worden ook knedingen genoemd. Dit is het kneden van spieren, te vergelijken met het kneden van brooddeeg.

Uitvoering:

Nu de spieren zijn opgewarmd kan het echte werk beginnen. Petrissage is een techniek waarbij masseur spieren ritmisch van het bot wegtrekt en er vervolgens in knijpt, erop drukt of ze laat rollen. Dit wordt gedaan met één of beide handen, verwringen, walken, losgaand kneden.

Doel:

  • Het maakt de spieren soepeler, en het helpt bij het losmaken van plekken waar de huid is verkleefd met de spieren.
  • Het kneden stimuleert ook het afvoeren van afvalstoffen uit de weefsels.
  • De doorbloeding wordt op een intensere manier en een diepere niveau dan bij effleurage gestimuleerd.
  • Het weefsel en de zenuweinden worden op een aangename manier gestimuleerd.

 

Fricties

Massagetechnieken bestaande uit cirkelvormige bewegingen. Hierbij worden de dieper liggende weefsels behandeld.

Uitvoering:

Frictioneren bestaat uit cirkelvormige, lineaire of dwarse bewegingen die worden uitgevoerd met de volle hand, de duim, de vingertoppen of de handpalm op één specifieke plaats. De druk kan stevig zijn of zacht, afhankelijke van het te behandelen lichaamsdeel en de verwachtingen van de persoon. De bedoeling is om nu dieptewerking te doen tot in het onderliggende weefsel, daar waar er spanningen voelbaar zijn. Tijdens de beweging wordt er niet over de huid gegleden m.a.w. we blijven binnen de elastische grenzen van de huid.

Doel:

  • Fricties dringen door tot onder de huid en het onderhuidse weefsel en verbreden de onderliggende spieren door de spiervezels uiteen te drukken.
  • Ontspannend inwerken op de spier- en de huidmassa.
  • Losmaken van myogelosen. Dit zijn opstapelingen van afvalstoffen in de spier die het meest terug te vinden zijn aan de rand van de spieren en/of de spierovergang.

 

Tapotages (ook: tapotement)

Deze handgrepen worden ook hakken, tapoteren en vibreren genoemd. Massagetechnieken waarbij het betreffende lichaamsdeel gehakt, geklapt of losgeschud wordt. Daar ze als doel hebben om de spieren opnieuw wakker te maken, te activeren en te stimuleren, gebruik ik deze technieken zelden in een ontspanningsmassage. Ik wil net dat de klant op het einde nog ontspannen is en met een relax gevoel nar buiten gaat. Deze technieken worden meer toegepast in sportmassage waar bij sporters het net juist wel de bedoeling is om de spieren klaar te maken om tot actie over te gaan.

Uitvoering:

Hakken: gebeurt dwars op de spiervezelrichting. Met de pinkzijde van de handen wordt er afwisselend met linker- en rechterhand op de spier gehakt. Dit kan gebeuren met de vingers open gespreid of gesloten. Gelijkaardige toepassing is de zweepslag waarbij met de rug van je handen in waaiervorm geslagen wordt. 
Er kan ook gehakt worden met halfopen vuisten, met de pinkzijde of de palmzijde van de gesloten vuisten.

Tapoteren: Hier wordt met de handpalmen gewerkt en vormen de handen een kommetje. De duim wordt onder het vlak van de handpalm geplaatst en de vingers worden lichtjes gebogen. Afwisselend klappen.

Vibreren: Er wordt met de vlakke hand of de vingertoppen een snelle, trillende, schuddende beweging uitgevoerd op het te masseren lichaamsdeel. Deze techniek heeft een relaxerende werking op de spier.

Doel:

  • Deze massagetechnieken stimuleren zenuwen, en maken verkrampte spieren los.
  • Stimuleren en activeren van de spieren.

 

Eindeffleurage

Hiermee eindig ik altijd de massage: met eindeffleurages. Dit zijn wederom lichte, zachte strijkingen om de massage af te ronden.

Uitvoering:

Zoals bij het begin effleurage maar dan van het hart weg. Effleurage aan het einde van een lichaamsonderdeel geeft aan dat je met dat gebied klaar bent. De bewegingen worden lichter en eindigen met de vingertoppen.

Doel:

De effleurage op het einde van een behandeling heeft als doel het lichaam terug te optimaliseren en klaar te maken om in actie te komen.

 

boek nu