Vipassana in de oorspronkelijke traditie doorgegeven door N.S. Goenka
Vervolg van de vipassana technieken zoals die oorspronkelijk door Boeddha werd aangeleerd en door Goenka is doorgegeven. Er zijn nog andere tradities, die in kleinigheden afwijken van wat Goenka als de zuivere, oorspronkelijke leer doorgeeft.
Aandacht voor het lichaam
Gewaarwordingen
Gewaarworden van het lichaam
Het resultaat
Op de vierde dag van een tiendaagse vipassana retraite leert de deelnemer een andere techniek aan. De eerste dagen werd uitsluitend geoefend om de geest te concentreren, en wel op een zeer puntgerichte manier: het observeren van gewaarwordingen ter hoogte van de neus. Nu zijn we zover dat we een stapje verder kunnen zetten.
Het woord passanã betekent 'zien', de gewone manier van kijken met open ogen. Vipassanã betekent een speciale vorm van zien: het observeren van de werkelijkheid binnen in onszelf. Dit wordt bereikt door onze aandacht op onze eigen lichamelijke gewaarwordingen te richten. De techniek bestaat uit het systematisch en objectief observeren van de gewaarwordingen binnenin onszelf.
Naar boven
Waarom gewaarwordingen? Omdat het ten eerste door gewaarwordingen is dat we de werkelijkheid ervaren. Steeds wanneer iets in contact komt met onze zintuigen, ontstaat er een gewaarwording. De Boeddha beschreef het proces als volgt:
'Als iemand twee stokken neemt en ze tegen elkaar wrijft, dan wordt er door de wrijving hitte opgewekt en ontstaat er een vonk. Op dezelfde wijze ontstaat er een prettige gewaarwording als resultaat van een contact dat als prettig ervaren wordt. Als resultaat van een contact dat als onprettig wordt ervaren, ontstaat er een onprettige gewaarwording. Als resultaat van een contact dat als neutraal ervaren wordt, ontstaat er een neutrale gewaarwording.'
Het contact van een object met onze geest of ons lichaam verwekt een vonk van gewaarwording. De gewaarwording is dus de schakel waardoor we de wereld ervaren. Het is nu kwestie om opmerkzaamheid van gewaarwordingen te ontwikkelen.
Tevens is er een onderlinge band tussen wat zich in het bewustzijn afspeelt (gedachten, ideeën, dagdromen, fantasieën, emoties, herinneringen, hoop, vrees) en gewaarwordingen. Iedere gedachte, iedere emotie, iedere geestelijke activiteit gaat gepaard met een overeenkomstige gewaarwording in het lichaam. Daardoor observeren wij ook de geest wanneer we de lichamelijke gewaarwordingen observeren. Door de gewaarwordingen te observeren komen de onderliggende oorzaken van zowel fysische als psychische pijnen naar de oppervlakte en brengen ze een genezende effect op lichaam en geest.
Gewaarwordingen zijn onmisbaar om de waarheid tot op het diepste niveau te onderzoeken. Net zoals we ons bij het wieden van een tuin de verborgen wortels kunnen zien, kunnen we ons ook van gewaarwordingen, waarvan de meeste gewoonlijk voor ons verborgen blijven, bewust zijn als we onze eigen aard willen begrijpen.
Naar boven
Gewaarwordingen treden te allen tijde op door het hele lichaam. leder contact, geestelijk of lichamelijk, wekt een gewaarwording op. In het dagelijks leven is de bewuste geest niet geconcentreerd genoeg zodat het alleen maar de sterkste gewaarwordingen opneemt. Maar wanneer we de geest getraind hebben in het gewaarworden van de ademhaling en daardoor het vermogen tot opmerkzaamheid hebben ontwikkeld, zijn we in staat de werkelijkheid van elke gewaarwording binnen in ons veel beter te ervaren.
In de beoefening van opmerkzaamheid van de ademhaling probeert men de natuurlijke ademhaling te observeren zonder deze te controleren of te veranderen. Op dezelfde wijze observeren we lichamelijke gewaarwordingen. We bewegen onze aandacht systematisch door het gehele lichaam, van het hoofd naar de voeten en van de voeten naar het hoofd, van het ene uiteinde naar het andere. Heel langzaam, met aandacht en gewaarzijn. We doen een bodyscan, zonder daarbij bepaalde soort gewaarwordingen op te zoeken, noch proberen we onaangename gewaarwordingen te vermijden. We proberen slechts objectief te observeren, ons bewust te zijn wat voor gewaarwordingen dan ook in het hele lichaam optreden. Deze kunnen van alles zijn: warmte, koude, een gevoel van zwaarte of van lichtheid, jeuk, bonzen, samentrekking of uitzetting, druk, pijn, prikkelen, tintelen, kloppen, trillingen of wat dan ook. Ze kunnen zich aan de oppervlakte van het lichaam afspelen, of binnenin het lichaam. Ze kunnen groot zijn, of een kleine oppervlakte van het lichaam beslaan. De mediteerder zoekt niet naar iets bijzonders, maar probeert slechts de normale lichamelijke gewaarwordingen zoals ze zich op natuurlijke wijze voordoen te observeren.
Wanneer we met deze oefening beginnen, merken we misschien in bepaalde lichaamsdelen gewaarwordingen op en in andere niet. Ons vermogen opmerkzaam te zijn is nog niet volledig ontwikkeld en daardoor ervaren we alleen de intense gewaarwordingen en niet de subtielere. We blijven onze aandacht echter richten op elk lichaamsdeel, het ene na het andere, waarbij we onze aandacht in systematische volgorde verplaatsen, zonder deze onnodig in beslag te laten nemen door de meer op de voorgrond tredende gewaarwordingen. Nu we de eerste dagen geleerd hebben om ons te concentreren op een kleine oppervlakte, de grootte van onze neus, hebben we ook de mogelijkheid ontwikkeld om onze aandacht op een punt naar eigen keuze gericht te houden. Nu gebruiken we dit vermogen om onze opmerkzaamheid systematisch te verplaatsen naar elk deel van het lichaam. Hierbij slaan we noch een plek over waar de waarneming onduidelijk is om met een sprong te gaan naar een plek waar de gewaarwording overduidelijk aanwezig is, noch blijven we bij bepaalde gewaarwordingen stilstaan of proberen we andere te vermijden. Op deze wijze komen we geleidelijk aan tot het punt waar we gewaarwordingen kunnen ervaren in elk deel van het lichaam.
Wanneer we beginnen met de oefening ons bewust te zijn van de ademhaling, is de ademhaling vaak tamelijk zwaar en onregelmatig. Geleidelijk aan wordt ze rustig en vervolgens steeds lichter, fijner, subtieler. Net zo is het wanneer we beginnen aandacht te geven aan lichaamsgewaarwordingen. Vaak voelen we dan grove, intense, onaangename gewaarwordingen die lang lijken te duren. Tegelijkertijd kunnen sterke emoties of jarenlang vergeten gedachten en herinneringen bovenkomen, die geestelijk of lichamelijk ongemak en zelfs pijn met zich meebrengen. De hinderpalen van verlangen, afkeer, luiheid, opwinding en twijfel, kunnen opnieuw de kop opsteken en zo krachtig worden dat het totaal onmogelijk wordt zich bewust te blijven van de gewaarwordingen. Wanneer dit gebeurt kan men niets anders doen dan teruggaan naar de oefening zich bewust te zijn van de ademhaling, om zo de geest opnieuw te kalmeren en te scherpen.
Naar boven
Geduldig, zonder ook maar enig gevoel van teleurstelling, werken we als mediteerders aan herstel van de concentratie, en begrijpen dat al deze moeilijkheden in feite het resultaat zijn van ons succes in het begin. Een of andere diep weggestopte conditionering is opgewoeld en is ons bewustzijn binnengekomen. Geleidelijk, in een niet-aflatend streven, maar zonder enige spanning, herwint de geest rust en gerichtheid. De sterke gedachten of emoties verdwijnen, en we kunnen terugkeren naar de opmerkzaamheid van de gewaarwordingen. En doordat we voortdurend oefenen zullen de intense gewaarwordingen geleidelijk overgaan in meer gelijkvormige, subtielere gewaarwordingen en ten slotte in niets dan trillingen, die met grote snelheid ontstaan en verdwijnen.
Maar of de gewaarwordingen aangenaam zijn of onaangenaam, intens of subtiel, gelijkvormig of wisselend, is bij het mediteren niet belangrijk. De opdracht is eenvoudigweg om objectief te observeren. Hoe onprettig de onaangename gewaarwordingen ook zijn en hoe aantrekkelijk de aangename, we staan onszelf niet toe om afgeleid te worden of te worden meegesleept door wat voor gewaarwording dan ook. Onze taak is uitsluitend om in gelijkmoedigheid te observeren.
Naar boven